Absoluut voordeel - Wat het is, definitie en concept

Inhoudsopgave:

Anonim

Het absolute voordeel is het vermogen van een persoon, bedrijf of land om een ​​goed te produceren, waarbij hij minder productiefactoren hoeft te gebruiken dan een ander.

Met andere woorden, het absolute voordeel vertelt ons dat het ene land beter is dan het andere in de productie van een goed of dienst. Het biedt een hogere kwaliteit tegen lagere kosten. Door betere middelen te hebben, zoals technologie, tijd, kapitaal of een betere menselijke factor, kan iets efficiënter worden geproduceerd. Dit betekent dat deze meting gebruikt kan worden bij het maken van vergelijkingen tussen verschillende producenten.

Op deze manier kunnen we landen, bedrijven of individuen vergelijken op basis van hun besteding van middelen bij het produceren van een goed. Degene die minder middelen gebruikt om deze actie uit te voeren, zullen we zeggen dat het een absoluut voordeel heeft.

Het absolute voordeel van Adam Smith

Dit economische concept is een van de eerste bases in de studie van economie en internationale handel, sinds Adam Smith zijn theorie aankondigde. Voor Smith hebben landen de neiging zich te specialiseren in de productie van die goederen waarin ze een absoluut voordeel hebben. Dit gebeurt vanwege de lagere uitgaven aan middelen in de productie die hierboven werden genoemd.

Volgens de theorie van absoluut voordeel, als landen zich specialiseren in de goederen waarin ze een absoluut voordeel hebben, exporteren ze die goederen en kopen ze met de opbrengst van deze verkoop andere goederen die door andere landen zijn geproduceerd. Zo kwam hij tot de conclusie van de efficiëntie van de internationale handel.

Het idee van absoluut voordeel als motor voor internationale handel bleek echter te simplistisch voor de realiteit. Aangezien er gevallen waren waarin volgens de gegeven definitie geen handel kon plaatsvinden.

Om een ​​eenvoudig voorbeeld te geven: als land A voedsel produceert voor 5 euro en kleding voor 6 euro, terwijl land B bezig is met de productie van voedsel voor 10 euro en kleding voor 12, zou er geen handel tussen beide zijn volgens de theorie van de absolute voorsprong. Dit zou gebeuren omdat land A een absoluut voordeel heeft in beide producten en niet geïnteresseerd zou zijn in het verwerven van een van beide uit land B.

Op deze manier is door het onderzoek tot de conclusie gekomen dat internationale handel niet strikt beantwoordt aan de theorie van absoluut voordeel, maar aan die van comparatief voordeel.

Internationale arbeidsverdeling