Vrije afschrijving bestaat uit de bevoegdheid die de belastingdienst van elk land aan een onderneming verleent om het afschrijvingspercentage van haar vaste activa of onroerende activa te bepalen, ongeacht de afschrijvingscoëfficiënten die zij jaarlijks uitgeeft.
Anders is het een optie waarmee het bedrijf zijn activa op een meer realistische manier kan afschrijven, afhankelijk van het gebruik dat ze eraan geven. Vanuit boekhoudkundig oogpunt kan een computer dus niet op dezelfde manier worden afgeschreven als een machine, aangezien de afschrijving ervan anders is. Er zijn goederen die sneller waarde verliezen dan andere.
Gratis afschrijving. Boekhouding en belastingen
Bedrijven zijn verplicht om hun vaste activa, bijvoorbeeld hun gebouw of hun voertuigen, af te schrijven. Boekhoudkundig moet dit in overeenstemming zijn met het waardeverlies door het gebruik ervan. De Schatkist van de meeste landen geeft echter elk jaar tabellen uit met lineaire afschrijvingscoëfficiënten. Met de gratis afschrijvingsoptie kunnen ze afschrijvingen boeken op basis van gebruik en niet op deze fiscale indicaties.
Zo kan de onderneming de afschrijvingsmethode kiezen die het best aansluit bij de realiteit en een getrouw beeld geeft van haar economisch-financiële structuur. Anderzijds kunt u binnen de huidige wetgeving ook een fiscale planning uitvoeren die past bij uw belangen (zoals we in het voorbeeld zullen zien). Bovendien kunt u hiermee de werkelijke waarde van het actief op een bepaald moment kennen als het verschil tussen de aanschafprijs en de afschrijving.
Voorbeelden van afschrijvingsverschillen
Stel dat we een machine hebben die een bepaald product maakt, bijvoorbeeld een koptelefoon. Wij weten op onze beurt wat de gemiddelde jaarproductie is, bijvoorbeeld 100.000 stuks en de leverancier laat ons weten dat hij meestal de capaciteit (gebruik) heeft om 1.000.000 stuks te vervaardigen. Anderzijds meent de Schatkist dat er in dit geval 20% per jaar moet worden afgeschreven. De overnameprijs bedraagt € 100.000. Laten we eens kijken hoe het zou worden berekend:
We kunnen zien dat de boekhoudkundige en fiscale berekeningsformule eenvoudig is, maar in de eerste is het jaarlijks af te schrijven bedrag de helft. Bij het maken van de tabel zien we dat er elk jaar een reeks verschillen zijn tussen beide methoden. De eerste vijf schrijven we boekhoudkundig minder af dan fiscaal, dat wil zeggen, we boeken € 10.000 maar de Belastingdienst staat ons toe om € 20.000 af te trekken.
Omdat deze post voor ons een last is, gaan we de € 20.000 aftrekken omdat we dan in die jaren minder belasting betalen. In de volgende vijf jaar doet zich echter het tegenovergestelde voor en gaan we meer belasting betalen. Aan het einde van de werkelijke gebruiksduur, tien jaar, worden sommige verschillen gecompenseerd met de andere. We stellen eigenlijk alleen de betaling van belastingen uit, iets wat ons in bepaalde omstandigheden ten goede kan komen.