Het begrotingstekort ontstaat wanneer in een openbaar bestuur de uitgaven in een bepaalde periode, normaal gesproken een jaar, groter zijn dan de fiscale inkomsten (belastingen en premies).
Het ontstaat wanneer een openbaar bestuur niet in staat is om genoeg geld op te halen om de kosten te dekken.
Overheden hebben de verplichting om een begroting te maken om te weten wat hun inkomsten en uitgaven het komende jaar zullen zijn. Daarom weten ze van tevoren of een staat een begrotingstekort zal hebben of niet. In dit geval staat het bekend als het begrotingstekort, omdat het verwijst naar het begrotingstekort dat door de regering is voorzien bij het maken van de begrotingen voor het volgende jaar.
Het wordt ook wel een begrotingstekort genoemd wanneer de ene overheid minder geld ontvangt dan de andere, afhankelijk van wat het bijdraagt (bijvoorbeeld tussen een regio en een staat).
De term begrotingstekort weerspiegelt de toestand van de overheidsfinanciën. Integendeel, wanneer het openbaar bestuur meer int dan nodig is, wordt er gezegd dat er een begrotingsoverschot is.
Gevolgen van het begrotingstekort
Hoewel een begrotingsoverschot over het algemeen goed is (het is niet nodig om meer dan nodig uit de particuliere economie te halen), kan het begrotingstekort leiden tot een gebrek aan liquiditeit en de noodzaak om begrotingsuitgaven te financieren, hetzij via schulden (de meest gebruikte hulpbron) , zoals het uitstellen van betalingen, en soms, als het verschil tussen inkomsten en uitgaven groot is, kan een administratie failliet gaan. Dit is het geval met Griekenland of Portugal met de crisis van 2008, waar de staat niet in staat was zijn uitgaven zelf te financieren en zijn toevlucht nam tot externe financiering (redding).
Hoe het begrotingstekort te verminderen?
Er zijn drie manieren om de tekorten in de openbare rekeningen van de administraties te verminderen:
- Het verhogen van de inkomsten om de kosten te financieren.
- Kosten verminderen.
- Een combinatie van beide.
Begrotingstekorten worden vaak gezien als slechte praktijken in overheidsdiensten, omdat ze veel hebben uitgegeven of omdat ze geen efficiënt fiscaal beleid hebben om te innen. Naast het feit dat begrotingstekorten de schuld vaak doen toenemen, kunnen ze een directe impact hebben op burgers, hetzij door verlagingen van uitkeringen en openbare diensten, hetzij door verhoging van de belastingen op particuliere activiteiten.