Sociale klasse staat bekend als elke groep individuen in een samenleving die wordt gekenmerkt door hun rol in het productiesysteem en het deel van de staatsrijkdom dat ze hebben.
Binnen het domein van de sociale economie wordt het concept van sociale klasse bestudeerd als een basiselement, de sociale organisatie van werk en de verdeling van de productiemiddelen die in een bepaald gebied bestaan.
Elke sociale klasse kan dus worden beschouwd als een onderscheiden deel of laag van de samenleving. Het veronderstelt de agglomeratie van een groot aantal individuen die een reeks voorwaarden delen, zoals hun functie in het economische systeem, hun inkomensniveau of de rol die moet worden gespeeld in de bureaucratische organisatie van de staat.
Dat gezegd hebbende, kan worden vastgesteld dat vooral de scheiding van individuen in verschillende sociale klassen beantwoordt aan een economisch criterium. Rekening houdend met de betreffende sociale klasse waarin een persoon zich bevindt, kunnen hun rol in de samenleving en hun mogelijkheden met betrekking tot hun toekomst worden afgeleid.
Sociale klasse als hiërarchisch mechanisme
Geconfronteerd met het bestaan van andere culturele of ideologische criteria, veronderstelt sociale stratificatie door sociale klassen met de economie als basiscriterium de oprichting van een klassensysteem:
- Individuen worden gescheiden rekening houdend met hun economische activiteit en het al dan niet bezitten van bepaalde productiemiddelen.
- De sociale arbeidsverdeling, de ongelijke verdeling van rijkdom en koopkracht in een gebied hebben een beslissende invloed op deze hiërarchie.
- Een andere beslissende factor is het bestaan van het concept van privé-eigendom als instrument voor het bezit van goederen en inkomen door individuen.
Soorten sociale klasse
Rekening houdend met de verschillende percepties en studies over het bestaan van sociale klassen, kunnen hun typologieën als volgt worden samengevat:
- Hogere klasse: De individuen hebben een hoge koopkracht en over het algemeen een hoger opleidings- en opleidingsniveau. Ze bekleden verantwoordelijke posities in de bureaucratie en zijn eigenaar van de productiemiddelen, zodat ze andere individuen in dienst kunnen nemen.
- Lagere klasse: Het wordt gekenmerkt door individuen met weinig mogelijkheden om een huis of productiemiddelen te bezitten. Bovendien is hun inkomensniveau laag, zodat hun koopkracht het hun intrede in de bureaucratie van het land of onderwijs en beroepsopleiding op hoog niveau niet vergemakkelijkt.
- Middenklasse: Het is de breedste laag in samenlevingen. De leden hebben vaak een gemiddeld opleidingsniveau en hebben een gemiddelde economische draagkracht, waardoor ze in hun levensonderhoud en bezit in veel gevallen van huisvesting en een op welzijn gebaseerde levensstandaard hebben.