Een gif.webptige lening is een lening met een lage kans op inning. De crediteur-financiële instelling voorziet dit scenario echter niet, of negeert het, bij de evaluatie van de cliënt.
Door het werkelijke risiconiveau van het toegekende krediet te erkennen, moet de waarde ervan in de jaarrekening worden aangepast in de richting van een reëler cijfer. Bijgevolg neemt de geldschieter verliezen.
Gif.webptig krediet, voor de schuldeiser, is een soort gif.webptige activa, dat wil zeggen iedereen wiens boekwaarde hoger is dan de marktprijs. Daarom is het moeilijk om deze lening te verkopen of te verhandelen voor liquiditeit.
De oorsprong van gif.webptige leningen
De oorsprong van gif.webptige leningen ligt vooral in de beslissingen van financiële instellingen. Dit bij het verstrekken van leningen aan klanten met een hoog risicoprofiel.
De bank kan dit soort beslissingen nemen om haar activiteiten uit te breiden. U wilt bijvoorbeeld meer klanten aantrekken met een laag inkomen of een onstabiele arbeidssituatie. Als u uw portefeuille echter niet voldoende diversifieert, kan het wanbetalingsniveau gevaarlijk hoog oplopen. Bijgevolg kan de kredietgever zelfs failliet gaan.
Vermeldenswaard is dat overheidsinstanties ook een belangrijke rol spelen bij het toezicht op het beleid van financiële instellingen.
Voorbeeld van gif.webptige leningen
Een voorbeeld van gif.webptige leningen zijn de subprime-hypotheken die de oorzaak waren van de economische crisis van 2008 in de VS en die voortkwamen uit de flexibiliteit van banken om financiering te verstrekken. Op deze manier konden mensen met een dubieuze kredietcategorie toegang krijgen tot een woning.
De subprime-crisis ging gepaard met een sterke toename van niet-renderende leningen en het niveau van executies. Met andere woorden, de banken moesten eropuit gaan en de huizen met hypotheek verkopen om de schulden af te betalen.
De vastgoedprijzen daalden echter, wat niet alleen voor bedrijven, maar ook voor beleggers op de aandelenmarkt verliezen opleverde. Dit trof niet alleen de vastgoedsector, maar de hele Amerikaanse economie en andere landen vanwege commerciële en financiële banden.