Evolutie van de administratie

Inhoudsopgave:

Anonim

De evolutie van management als een formele discipline werd sterk gedreven door veranderingen in arbeidsverhoudingen en door vooruitgang op gebieden als psychologie, techniek en technologie.

Fundamenteel vonden deze veranderingen plaats met de industriële revolutie die aan het einde van de 18e eeuw in Engeland plaatsvond. Dit leidde tot massaproductie en de vervanging van ambachtelijke werkplaatsen door fabrieken.

Evenzo zorgde dit alles voor de behoefte aan taakspecialisatie en taakcoördinatie, zodat de organisatie efficiënt kan werken. Het aanbrengen van ingrijpende wijzigingen in de taken van de administratie. Hierdoor ontstonden nieuwe theorieën om tot verbeteringen te komen in de methoden, in de tijd en in de gebruikte middelen.

Precies aan het einde van de 19e eeuw verschenen enkele van de eerste wetenschappelijke publicaties over bestuurskwesties. Maar in de 20e eeuw maakte de versnelde ontwikkeling in de samenleving het noodzakelijk om de processen en technieken van de administratie te herzien en te verbeteren.

Het is duidelijk dat de administratie een vereiste is geworden voor het goed functioneren van organisaties, want als ze hun doelstellingen willen bereiken, moeten ze al hun taken plannen en coördineren.

Belangrijkste administratieve theorieën

De nieuwe bestuurstheorieën helpen ongetwijfeld om een ​​volgorde te kunnen volgen die het mogelijk maakt om alle taken en de verschillende rollen die de mensen die deel uitmaken van een organisatie spelen, te controleren en te coördineren. Op deze manier is het makkelijker om in te spelen op veranderingen, te anticiperen op problemen en de vooropgestelde doelstellingen te behalen.

De belangrijkste bestuurlijke theorieën zijn:

1. Wetenschappelijke theorie

Inderdaad, de wetenschappelijke theorie ontstond in 1903 in de Verenigde Staten. De belangrijkste vertegenwoordiger is Frederick Taylor, deze theorie probeert de efficiëntie en productiviteit van werknemers te verbeteren door de wetenschappelijke studie van werkmethoden.

2. Bureaucratische theorie

Aan de andere kant werd de bureaucratische theorie voorgesteld door Max Weber in Duitsland in 1905. Deze theorie stelt een gecentraliseerde methode voor in een hiërarchie, waarin verantwoordelijkheden worden verdeeld en de taakverdeling plaatsvindt. Het werkt onder een bureaucratische orde en de regels moeten door alle leden van de organisatie worden nageleefd.

3. Klassieke theorie

Aan de andere kant is de klassieke theorie van mening dat alle administratieve principes kunnen worden gebruikt om alle activiteiten van de organisatie te coördineren en te controleren. Het is dan ook een systemische aanpak, waarbij onder hiërarchische aansturing en het delegeren van verantwoordelijkheden in bestuurlijke functies goed wordt gepresteerd. Het werd in 1916 voorgesteld door Henry Fayol in Frankrijk.

fayolisme

4. Humanistische theorie

Toen begon de humanistische theorie in 1932 in de Verenigde Staten, de belangrijkste voorloper is Elton Mayo. Deze theorie is gebaseerd op het feit dat goede relaties tussen mensen bijdragen aan een grotere efficiëntie in het productieproces.

5. Theorie van gedrag

Zeker, de gedragstheorie heeft Abraham Maslow als maximale vertegenwoordiger, en deze theorie is gebaseerd op de piramide van Maslow, waar hij uitlegt dat behoeften de elementen zijn die het gedrag van de mens motiveren. Het verschijnt in het jaar 1950, in de Verenigde Staten.

6. Contingentietheorie

Nu, de contingentietheorie werd in 1980 in de Verenigde Staten geboren, de topvertegenwoordigers zijn William Dill, William Starbuck, James Thompson, Paul Lawrence, Jay Lorsch en Tom Burns.

Het stelt dat er niets absoluuts is in het managementproces, dus het hangt allemaal af van de contingentiebenadering. Daarom wordt de administratie beschouwd als een open systeem. Met andere woorden, het functioneren van de organisatie zal afhangen van de interactie met haar omgeving.

Concluderend kunnen we stellen dat management organisaties helpt om alle menselijke en materiële middelen te maximaliseren, als ze goed worden gecoördineerd om de doelstellingen te bereiken. Hierdoor zijn ze beter voorbereid om met veranderingen om te gaan en te anticiperen op eventuele problemen. De 20e eeuw is de tijd waarin deze het meest ontwikkeld is tot het punt dat er verschillende benaderingen van de bestuurlijke theorieën kunnen worden gevonden die kunnen worden toegepast.