Interne economieën verwijzen naar een situatie waarin, door acties van het bedrijf, schaalvoordelen worden gegenereerd. Dus, met een toename van het productievolume, nemen de productiekosten van een extra eenheid van de grondstof af.
Dat wil zeggen, interne economieën zijn een soort schaalvoordelen die hun oorsprong vinden in een bedrijf als gevolg van de beslissingen van het management. Dit kunnen bijvoorbeeld de aanschaf van een nieuwe machine zijn of de aanschaf van inputs in een groter volume.
Dit concept is het tegenovergestelde van externe schaalvoordelen waarbij alle concurrenten in een markt efficiënter worden in hun processen vanwege factoren die ze niet kunnen beheersen.
Opgemerkt moet worden dat de econoom Alfred Marshall de eerste was die schaalvoordelen onderscheidde naar hun oorsprong, en ze konden intern of extern zijn.
Factoren die interne economieën kunnen genereren
Van de factoren die interne economieën kunnen genereren, vallen de volgende op:
- Horeca: Het bedrijf verwerft grondstoffen in een groter volume om toegang te krijgen tot kortingen. De productiekosten per eenheid zullen dus dalen.
- Specialisatie: Door uit te breiden, kan het bedrijf de opleiding van zijn werknemers in een specifieke activiteit bevorderen, waardoor ze efficiënter zullen worden.
- Wijziging van leverancier: Door de schaal van het bedrijf te vergroten, kan het bedrijf hogere winsten maken en bijvoorbeeld investeren in inputs van hogere kwaliteit die een hoger rendement opleveren. Met andere woorden, bij de wisseling van leverancier zal per geproduceerde eenheid een kleinere hoeveelheid grondstof nodig zijn.
- Toegang tot kapitaal: Als het bedrijf financiering ontvangt, kan het investeringen doen waarmee het de efficiëntie van zijn processen kan verhogen.
- Innovatie: Het bedrijf kan de productiekosten per eenheid verlagen als het een nieuwe technologie of methode heeft ontdekt om zijn handelswaar te vervaardigen.
Voorbeeld
Stel je het geval voor van een frisdrankbottelbedrijf. Na verloop van tijd is uw machine versleten en besluit u dat het tijd is om deze te vernieuwen.
Dus verwerft het bedrijf modernere technologie. Zo schrijft u niet alleen de afgeschreven vaste activa af, maar krijgt u ook kapitaalgoederen waarmee u uw processen in minder tijd en met minder inputs kunt ontwikkelen. Bijgevolg worden de productiekosten per eenheid verlaagd.