De lineaire afschrijvingsmethode is een manier om activa af te schrijven door middel van gelijke jaarlijkse afschrijvingstermijnen. Het wordt ook wel de afschrijvingsmethode van constante termijnen of vaste termijnen genoemd..
Het is een manier om de jaarlijkse slijtage van een actief (een machine, een gebouw) te berekenen om de afschrijvingskosten en de nettoboekwaarde van het actief op de balans weer te geven.
Bij toepassing van deze methode zijn de afschrijvingskosten elk jaar hetzelfde en worden ze berekend door een vast jaarlijks percentage toe te kennen aan de aanschaffingsprijs van het vaste activum of door er een gebruiksduur aan toe te kennen.
AfschrijvingstabelBerekening voor lineaire afschrijvingskosten
De lineaire afschrijvingsmethode wordt op twee manieren berekend:
Percentage
Om het jaarlijkse afschrijvingspercentage procentueel te berekenen, wordt een jaarlijkse coëfficiënt (%) toegekend die wordt toegepast op de aanschaffingswaarde van het vaste activum. De formule is als volgt:
Jaarlijkse afschrijving = aanschafwaarde x coëfficiënt (%)
nuttige levensduur
In dit geval wordt er geen percentage vastgesteld, maar schat het bedrijf de jaren waarin het verwacht dat het gekochte goed inkomsten zal genereren, en verdeelt het de initiële kosten van het artikel over de jaren die het geschikt acht:
Jaarlijkse afschrijving = aanschafwaarde / gebruiksduur Year
Voorbeeld van lineaire afschrijving
Bedrijf X1 verwerft op 01/01 / XXXX een machine voor een bedrag van 1.000 euro waarvan de gebruiksduur door het bedrijf op 5 jaar is gesteld. Het is altijd nodig om te controleren of het voldoet aan de verordening. In Spanje bijvoorbeeld stellen de belastingtabellen een maximale gebruiksduur van 18 jaar voor machines vast, dus het zou binnen de door de AEAT gereguleerde voorwaarden vallen.
Wat zijn de jaarlijkse afschrijvingskosten?
Afschrijving = 1.000 / 5 = € 200 / jaar
1e jaar XXXX = € 200 (boekwaarde machines = 1.000 - 200 = € 800)
2e jaar XXX1 = € 200 (boekwaarde machines = 800 - 200 = € 600)
3e jaar XXX2 = € 200 (boekwaarde machines = 600 - 200 = € 400)
4e jaar XXX3 = € 200 (boekwaarde machines = 400 - 200 = € 200)
5e jaar XXX4 = € 200 (boekwaarde machines = 200 - 200 = € 0)
Wat is de jaarlijkse boeking voor deze uitgave?
Datum account moet hebben
31/12 / XXXX 681 Afschrijvingskosten (pyg) 200 0
31/12 / XXXX 281 Amort. Geaccumuleerd (saldo) 0 -200
Restwaarde