Elton Mayo was een Australische psycholoog en socioloog, erkend voor zijn bijdragen aan de managementwetenschappen en de belangrijkste vertegenwoordiger van de School of Human Relations.
Mayo werd geboren in de stad Adelaide, in Australië, op 26 december 1880. Hij studeerde filosofie aan de Universiteit van Adelaide en begon later les te geven aan de Universiteit van Queensland (Australië).
In 1923 verhuisde Mayo naar Pennsylvania (Verenigde Staten), waar hij geïnteresseerd raakte in het bestuderen van de dynamiek van organisaties en de arbeidsomstandigheden daarbinnen.
In 1926 begon Mayo te werken aan de Harvard Business School en het jaar daarop ondernam hij het 'Hawthorne-experiment', dat vijf jaar duurde, samen met andere onderzoekers.
Na de genoemde studie, en na de Tweede Wereldoorlog, verhuisde Mayo naar Engeland, waar hij herenigd werd met zijn vrouw en twee dochters.
May overleed op 7 september 1949 in Guildford (Verenigd Koninkrijk).
Hawthorne-experiment
Het experiment van Hawthorne begon in 1927 bij de Western Electric Company. Dit bestond uit het onderzoeken van de invloed die een wijziging van de fysieke omstandigheden van de werkomgeving kan hebben op de arbeidsproductiviteit.
Voor het onderzoek werden controlegroepen geselecteerd die werden onderworpen aan veranderingen in verlichting, terwijl voor andere controlegroepen de verlichting ongewijzigd bleef. Vervolgens werd de productiviteit van beide groepen gecontrasteerd en werden er geen substantiële verschillen gevonden, zodat andere variabelen, naast verlichting, van invloed moeten zijn op de werknemers.
Het volgende ding was om een groep te onderwerpen aan veranderingen in verschillende variabelen met onder andere vermindering van werkuren, pauzes van verschillende lengtes, loonsverhoging, verandering in lichtomstandigheden. Dit om erachter te komen welke factoren van invloed waren op de productiviteit.
De aanvankelijke hypothese was dat economische prikkels de productiviteit verhoogden. Dit werd echter niet bevestigd. In plaats daarvan werd geconcludeerd dat sociaal-psychologische aandoeningen het meest relevant waren. Met andere woorden, werknemers waren productiever wanneer ze merkten dat hun superieuren om hun welzijn gaven, wanneer supervisors meer aandacht aan hen besteedden (Hawthorne-effect).
Een andere conclusie van het experiment was dat het bedrijf niet alleen bestond uit formele groepen, die afhankelijk zijn van de organisatiestructuur, maar ook uit informele groepen (die gevormd worden door affiniteit) die de productiviteit beïnvloeden. Zo zouden vriendschappelijke relaties het welzijn van het individu en dus hun prestaties kunnen verbeteren.
Bovendien zou de arbeider de neiging hebben om niet ver boven of ver onder de sociale normen te produceren. Dit ter goedkeuring van collega's.
Bijdragen van Elton Mayo
De bijdragen van Elton Mayo kunnen worden samengevat in de volgende hoofdpunten:
- Productiviteit hangt af van de fysieke omstandigheden van de werknemer, maar ook van sociale normen en groepsverwachtingen.
- De sociale groep beïnvloedt het gedrag van het individu.
- Bedrijven zijn ook maatschappelijke organisaties gevormd door informele groepen die niet samenvallen met de formele groepen van het bedrijf. Dat wil zeggen, mensen van verschillende afdelingen kunnen een vriendschapsrelatie aangaan en een informele groep vormen.
- Bij de beslissingen van de organisatie moet rekening worden gehouden met de mening van de medewerkers, zodat ze zich gemotiveerd voelen.
- Wanneer de werknemer meer interactie heeft, is hij productiever.