Historicisme is een gedachtestroom. Dit bevestigt dat de werkelijkheid, alles wat we weten en de gebeurtenissen die plaatsvinden, het product zijn van historische ontwikkeling.
Voor de historistische stroming zijn er geen geïsoleerde gebeurtenissen, maar is er altijd een verband tussen het verleden en het heden, die de verschijnselen die zich voordoen verklaren en betekenis geven. Elke gebeurtenis of fenomeen kan worden verklaard door middel van historische analyse. Hij is direct gekant tegen het ahistoricisme, een doctrine die gebeurtenissen analyseert als spontane fenomenen, verstoken van historische verwantschap.
Het marxisme is geconfigureerd als een historicistische ideologie. Het historisch materialisme begreep de evolutie van mens en samenleving, het product van de strijd tussen de bourgeoisie en de arbeiders; eigenaren van de productiemiddelen en degenen die ze bewerkten. Voor het marxisme wordt elk scenario waar de mensheid doorheen is gegaan uitgelegd in de analyse van deze strijd. In feite heeft Marx vijf scenario's opgesteld, elk is een evolutie van het vorige. In het laatste geval heeft de mens zich bevrijd van kapitalistische ketenen en leeft in volmaakte harmonie in een communistische samenleving.
Kenmerken van het historicisme
Onder de kenmerken die het historisme presenteert, kunnen we het volgende benadrukken:
- De werkelijkheid is het product van de evolutie van de geschiedenis.
- De feiten en hun relatie met het verhaal worden geanalyseerd om gemeenschappelijke gedragspatronen te vinden.
- Algemene en onroerende wetten kunnen niet worden vastgesteld, omdat de verschijnselen afhankelijk zijn van de ontwikkeling van eerdere feiten.
- Behoefte aan contextualisering. Aangezien geïsoleerde en spontane gebeurtenissen niet voorkomen, is het noodzakelijk om elk fenomeen dat u wilt verklaren of analyseren in een context te plaatsen.
- Verzet tegen ahistoricalisme, een stroming die het niet-bestaan van onderlinge samenhang tussen sociale fenomenen verdedigt.
Beroemde historici
Onder de meest prominente historici moet het volgende worden opgemerkt:
- Leopold van Ranke (1795): Beschouwd als de eerste historicistische auteur, door het werk "Geschiedenis van de Romeinse en Germaanse volkeren", gepubliceerd in 1824. Een van zijn belangrijkste bijdragen was onpartijdigheid, de onderzoeker moest zich terugtrekken uit elk oordeel over de feiten die onderzoek deden . De enige woordvoerders zijn de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden. Hij stond ook bekend om zijn grote onderzoek naar de Duitse geschiedenis en het instrueren van talrijke historici. Hij ontwikkelde zijn werk in de 19e eeuw.
- Benedetto Croce (1866): Beschouwd als een van de belangrijkste historici, was een groot deel van zijn opleiding autodidact. Hij stond bekend om de ontwikkeling van het concept van 'absoluut historicisme'. Enkele van zijn bekende werken waren 'Spanje in het Italiaanse leven tijdens de Renaissance' en 'De geschiedenis van het koninkrijk Napels'.
- Antonio Gramsci (1891): Gramsci, oprichter van de Italiaanse communistische partij en grote marxistische theoreticus, begreep dat alle sociale fenomenen niet uit hun context konden worden verwijderd. Zo begreep hij dat het proces dat de geschiedenis volgt volledig wordt bepaald door eerdere gebeurtenissen en gebeurtenissen. De positie van de arbeiders en bazen is het resultaat van een constante strijd in een strijd tussen uitbuiter en uitgebuiten.