Straight - Wat is het, definitie en concept - 2021 - Economie-Wiki.com

De lijn is een eendimensionaal element in de geometrie dat wordt gedefinieerd als een oneindige reeks punten die een enkele richting aanhoudt, dat wil zeggen dat deze geen krommen vertoont.

Wanneer getekend, heeft een straight meestal een begin en een einde. Volgens zijn concept wordt een lijn echter niet begrensd door een oorsprong of een eindpunt.

We kunnen dan de lijn onderscheiden van de straal, dat is dat deel van de lijn dat een oorsprong heeft, maar zich uitstrekt tot in het oneindige.

Op een andere manier gezien, als we de lijn uit een van zijn punten snijden, zal dit de oorsprong zijn van een straal die zich oneindig zal uitstrekken.

We kunnen de lijn ook onderscheiden van het segment, dat is dat deel van de lijn dat van punt A naar een punt gaat, dat wil zeggen, het is begrensd aan een begin en een einde.

De lijn is een basiselement in de meetkunde waaruit complexere concepten zoals veelhoeken en veelvlakken kunnen worden geanalyseerd.

Parallelle en loodrechte lijnen

Er wordt gezegd dat twee lijnen evenwijdig zijn als ze elkaar niet kruisen, dat wil zeggen dat er geen punt is dat beide lijnen vormt. Een voorbeeld zien we hieronder.

Evenzo staan ​​twee lijnen loodrecht wanneer ze bij het snijden vier gelijke hoeken vormen, die elk 90º meten (zie onderstaande afbeelding). Er moet ook worden opgemerkt dat de loodlijnen beide secanslijnen zijn.

Vergelijking van een lijn

In analytische meetkunde kan een lijn worden uitgedrukt als een eerste-orde algebraïsche vergelijking als:

y = xm + b

In de getoonde vergelijking is y de coördinaat op de ordinaat-as (verticaal), x is de coördinaat op de abscis (horizontaal), m is de helling (helling) die de lijn vormt ten opzichte van de abscis, en b is het punt waar de lijn de ordinaat-as snijdt.

We kunnen bijvoorbeeld de grafische weergave van de volgende vergelijking zien: y = 3x + 5

Er moet aan worden herinnerd dat analytische meetkunde zich bezighoudt met de studie van geometrische lichamen via een coördinatensysteem. Dus in een Cartesiaans vlak kan elk punt worden beschreven als een functie van twee loodrechte lijnen (die wanneer ze elkaar snijden een hoek van 90º vormen), die de assen zijn van de abscis en ordinaat.