Spanje en Italië strijden om de keramische sector

Inhoudsopgave:

Spanje en Italië strijden om de keramische sector
Spanje en Italië strijden om de keramische sector
Anonim

De tegelmarkt is bijzonder competitief gebleken. De grote mogendheden in deze sector, Spanje en Italië, strijden om de suprematie. En het is dat concurrentievermogen ertoe heeft geleid dat keramische producenten nieuwe bedrijfsstrategieën hebben voorgesteld.

De keramiekwedstrijd van dit jaar, bekend als Cevisama 2018, heeft de aanwezigheid van meer Italiaanse bedrijven. Blijkbaar is de Italiaanse aanwezigheid volgens de organisatoren van het evenement met meer dan 50% gestegen ten opzichte van 2016. Onder de Italiaanse bedrijven kunnen we de volgende namen noemen: Grupo Terratinta, Marazzi, Piemme Ceramiche, Energieker del Gruppo Gold Art, Gruppo Panaria, Laminan, Sapienstone Gruppo Iris en Lea Ceramiche.

Italië op zoek naar nieuwe markten

Maar waarom ineens zoveel Italiaanse aanwezigheid in de keramiekwedstrijd? De Italiaanse keramische industrie lijkt op zoek te zijn naar nieuwe manieren om de zeer sterke concurrentie in de sector het hoofd te bieden. Italianen hebben geconstateerd dat het groeitempo van traditionele markten zoals Duitsland en de Verenigde Staten te traag is geweest. In een poging om deze situatie op te lossen, heeft de transalpiene werkgever, Cofindustria Cerámica, de producenten voorgesteld om groeistrategieën voor nieuwe markten te zoeken.

Het komt vaak voor dat, gezien de moeilijkheid om te groeien in traditionele markten, die verzadigd zijn, bedrijven naar nieuwe markten verhuizen, waar de concurrentie minder is en de mogelijkheden om snel te groeien en een goed marktaandeel te verwerven groter zijn. Dat is precies de strategie die de Italiaanse werkgevers hebben voorgesteld. Zo hebben de ogen van Cofindustria zich gevestigd op nieuwe markten zoals India, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

De voorstellen van de Italiaanse werkgeversorganisatie voor keramiek lijken echter in strijd te zijn met de belangen van de Spaanse bedrijven. In het Midden-Oosten concentreren Spaanse keramiekproducenten 20% van hun omzet, terwijl ze in Noord-Afrika 15% van hun omzet voor hun rekening nemen.

De transalpiene weddenschap lijkt een bedreiging te vormen voor de nieuwe markten waarin Spaanse keramische bedrijven het zo goed doen. De strijd om steeds belangrijkere nieuwe markten is gestreden.

Ernstige exportbelemmeringen in Algerije

De situatie is anders voor de Spaanse keramische industrie, traditionele geografische gebieden zoals de Europese Unie en de Verenigde Staten voorspellen betere vooruitzichten dan voor transalpine bedrijven.

De bedreigingen voor de Spaanse export van keramiek komen vooral uit het Midden-Oosten en de Maghreb. Protectionistische maatregelen, zoals de door Algerije opgelegde handelsblokkade, zorgen voor de negatieve noot van de Spaanse export. Reeds vanaf 1 april 2017 trad de handelsblokkade in werking, waardoor er nog tot 30 mei geëxporteerd mag worden naar bedrijven die eind december 2017 een vergunning wisten te bemachtigen.

Tot grote pech van degenen die naar Algerije exporteren, is het exportverbod uitgebreid tot email, keramische kleuren, frit en keramische machines. De reden voor de moeilijkheid om naar Algerije te exporteren is dat het Noord-Afrikaanse land de onevenwichtigheden in zijn handelsbalans probeert te corrigeren. Daartoe hebben de Algerijnse autoriteiten maatregelen genomen om de invoer van goederen uit het buitenland of de invoer, met name op keramiek, te verminderen. De situatie heeft geen goede vooruitzichten in Algerije, aangezien het geen lidstaat is van de Wereldhandelsorganisatie en niet onderworpen is aan de regels ervan.

Positief voor Spaanse bedrijven zijn de gegevens uit de Verenigde Staten en Oost-Europa. In de Verenigde Staten is de omzet gestegen, terwijl de Oost-Europese landen een fors herstel hebben doorgemaakt.