Vervroegde uittreding is een wettelijk regime dat de werknemer in staat stelt om vóór de pensioengerechtigde leeftijd met pensioen te gaan. Dit door te voldoen aan bepaalde voorwaarden zoals een minimumbedrag aan bijdragen aan de Sociale Zekerheid (of aan de overeenkomstige private entiteit).
Vervroegd pensioen moet worden onderscheiden van pensionering wegens buitengewone omstandigheden, zoals die van een persoon met een handicap of een terminale ziekte.
Evenzo zijn er sectoren zoals de mijnbouw waar werknemers worden blootgesteld aan hoge risico's. Zij kunnen in aanmerking komen voor een andere vorm van vervroegd pensioen.
In sommige gevallen waarin de werknemer niet voldoet aan de vereisten voor vervroegd pensioen, kan hij profiteren van vervroegd pensioen.
Vereisten voor vervroegd pensioen
Onder de vereisten voor vervroegd pensioen wordt een minimumleeftijd vastgesteld. In Spanje is het bijvoorbeeld vier of twee jaar minder dan de pensioenleeftijd. Dit, afhankelijk van respectievelijk de werknemer is ontslagen of vrijwillig met pensioen gaat.
Zoals we eerder vermeldden, moet de persoon ook een bepaald aantal bijdragen aan het pensioenstelsel betalen.
In sommige landen is het ingezamelde geld nodig om een minimumbedrag te bereiken. Dit is als de werknemer een eigen premierekening heeft waarmee het pensioen wordt uitgekeerd.
In Peru moet het pensioenfonds bijvoorbeeld een pensioen garanderen dat gelijk is aan 40% of meer van het gemiddelde maandloon. Dit, rekening houdend met het inkomen van de werknemer van de laatste 120 maanden.
Pensioen bij vervroegd pensioen
Bij vervroegd pensioen daalt het toegekende pensioen. In Spanje is de verlaging bijvoorbeeld maximaal 8% per voorschotjaar. Dit percentage kan dalen als er meer dan 30 jaar bijdragen aan de sociale zekerheid worden bijgeschreven.
Dat wil zeggen, als de wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar is en ik op 63 jaar met pensioen ga, kan het vaste pensioen worden verlaagd naar 16%. Dit in verhouding tot het inkomen dat ik zou krijgen als ik nog twee jaar wacht.
Als de werknemer voor de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen gaat, ontvangt hij in ieder geval geen inkomen meer. De kans is dus groot dat u niet verder meedoet aan het pensioenstelsel en dat heeft gevolgen voor uw toekomstige pensioen.