Spanje verzamelt meer en vestigt een record, maar in een langzamer tempo

Inhoudsopgave:

Anonim

Het laatste rapport van de Belastingdienst (AEAT) geeft aan dat de inning in 2019 blijft groeien, maar in een lager tempo dan het was.

Het AEAT-rapport over de collectie van november 2019 weerspiegelt een groei van 1,6% tijdens de eerste elf maanden van vorig jaar. De groei die als we rekening houden met het homogene inkomen (inkomen gecorrigeerd door reglementaire of managementwijzigingen), 2,1% bedraagt. Dit mag ons echter niet doen vergeten dat het groeitempo gedurende heel 2019 vertraagt.

Economische vertraging

De afname van de economische bedrijvigheid in Spanje is het gevolg van verschillende factoren. De geleidelijke verslechtering van de werkgelegenheidscreatie, de stijging van de bedrijfskosten als gevolg van de stijging van het interprofessionele minimumloon (SMI), de moeilijkheden van de Europese partners onderbroken door de handelsoorlog, de onzekerheden als gevolg van nationale separatismen (Catalonië) en international (Verenigd Koninkrijk) en een daling van de buitenlandse directe investeringen, waarschijnlijk een gevolg van de instabiliteit van de overheid.

Al deze factoren zijn terug te zien in de evolutie van de collectiegegevens.

De bovenstaande grafiek illustreert de jaarlijkse variaties in de geaccumuleerde collectie. Dit betekent dat de meest recente beschikbare gegevens (november-19) de groei van de belastinginkomsten weerspiegelen van januari-2019 tot november-2019 in vergelijking met dezelfde periode van het voorgaande jaar, van januari-2018 tot november-2018. Absolute collectie vestigt een record, maar de groei blijft afnemen.

Opmerkingen over groeipercentages

Bovenstaande leidt ons tot twee conclusies. Enerzijds is het duidelijk dat de economische vertraging de collecties raakt. En aan de andere kant kunnen groeipercentages niet altijd toenemen en het is normaal dat ze afnemen omdat de economie de werkloosheid vermindert en welvaart genereert. Kijken we bijvoorbeeld naar de maandelijkse collectereeks, dan zien we dat in 2010 de groei spectaculair is (boven de 10%). Dit betekende niet dat de economie opleefde of het goed deed. Evenmin dat 2014 een slechter jaar was voor het registreren van een lagere jaar-op-jaargroei. In 2010 gingen er zelfs nog steeds banen verloren en die werden gecreëerd in 2014. De realiteit is dat 2009 een rampzalig jaar was in alle economische zin en natuurlijk ook in termen van inkomsten. Daarnaast is het met betrekking tot groei belangrijk om op te merken dat een groei van 2% ten opzichte van een groei van 3% meer inzameling zou kunnen betekenen. Waarom? Want 2% op 200.000 miljoen euro (4.000 miljoen) is niet hetzelfde als 3% op 100.000 miljoen euro (3.000 miljoen). Natuurlijk moeten we met de economische situatie in Spanje (verre van optimaal) letten op de bijbehorende risico's.

Toch werd in 2018 een recordverzameling neergezet en 2019 zet die trend door. Wat het echter niet mag veroorzaken, is dat de politieke klasse denkt dat dit voor lange tijd kan worden volgehouden om de overheidsuitgaven op basis van inzamelingsprognoses te verhogen.

Stel tot slot dat we de evolutie van het verzamelen en de factoren die dit stimuleren nauwlettend moeten volgen. Belastinginning is meestal (hoewel vertraagd) een goede indicator van economische activiteit, aangezien, zoals Benjamin Franklin zou zeggen, in het leven twee dingen zeker zijn: de ene is de dood en de andere is belastingen.