De uitdagingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
De primaire sector is bijzonder kwetsbaar en daarom moet de Europese Unie ernaar streven de levering van kwaliteitsvoedsel tegen redelijke prijzen te garanderen op een markt die zo'n 500 miljoen consumenten vertegenwoordigt. Om deze reden streeft de Europese Unie via het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) naar een samenwerkingsrelatie met boeren. Financiering, klimaatverandering, plattelandsvlucht en duurzame ontwikkeling vormen echter grote uitdagingen voor het Europese landbouwbeleid.
In ontwikkelde economieën, zoals die van de Europese Unie, is er een duidelijk overwicht van de tertiaire sector of dienstensector, integendeel, de primaire sector vertegenwoordigt steeds meer een kleiner percentage van het bruto binnenlands product. Door de verslechtering van de ruilvoet tussen de landbouwsector en de industrie- en dienstensectoren, is het noodzakelijk de landbouw te beschermen tegen een mogelijk risico van verdwijning.
Zo wordt de Europese primaire sector gekenmerkt door onstabiele inkomens en weinig macht om de prijzen van producenten te beïnvloeden. Daarom is het in Europa noodzakelijk om een gemeenschappelijk landbouwbeleid te ontwikkelen dat een eerlijkere inkomensherverdeling in de primaire sector mogelijk maakt.
Er is behoefte aan een regelgevend kader dat een stabiel inkomen voor producenten garandeert door middel van eerlijkere prijzen. Natuurlijk is een van de fundamentele en strategische behoeften van elk land het garanderen van een toereikende voedselvoorziening, wat nog een reden is die het bestaan van het GLB rechtvaardigt. Ten derde is het duidelijk dat de bevolking van het platteland naar de steden is verhuisd op zoek naar nieuwe banen. Welnu, een van de grote doelen van het GLB is het voorkomen van leegloop van het platteland en het bevorderen van werkgelegenheid op de arbeidsmarkt. Opgemerkt moet worden dat het GLB is overgegaan van een prijsbeleid naar een systeem van rechtstreekse steun aan landbouwers.
Milieu, duurzame ontwikkeling en klimaatverandering
Structuurfondsen hebben de primaire sector gefinancierd om bij te dragen aan de renovatie van landbouwbedrijven, terwijl in minder ontwikkelde regio's steun wordt verleend. Het milieu is een van de grote uitdagingen geworden en de Europese Unie heeft gekozen voor duurzaamheid door geld uit te trekken voor herbebossing.
Klimaatverandering is een feit en droogtes of overstromingen kunnen grote verliezen veroorzaken op boerderijen. Om boeren beter te beschermen tegen dit soort klimatologische verschijnselen, zullen de verliesdrempels worden verlaagd om de mogelijkheid om toegang te krijgen tot compensatie te vergemakkelijken.
De landbouwsector staat echter voor veel uitdagingen en daarom zijn er belangrijke Europese hervormingen doorgevoerd om de nieuwe uitdagingen met garanties van succes het hoofd te bieden. Hiervoor is een strategisch plan nodig. Deze planning kan door elke staat op nationaal niveau of in een globaal kader worden voorgesteld. In die zin zal elk land zijn eigen plannen kunnen ontwerpen, die moeten worden aangepast aan nieuwe milieueisen, zich inzetten voor duurzame ontwikkeling en maatregelen bevatten om klimaatverandering tegen te gaan. De lidstaten zullen echter geen absolute beoordelingsvrijheid hebben, aangezien het de Europese Commissie is die groen licht moet geven voor de plannen die elk land presenteert.
Nieuwe technologieën, ontvolking en financiering
Het is duidelijk dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid een bijzondere impact heeft op de milieuaspecten. De steun is niet langer alleen bedoeld voor landbouwbedrijven, maar ook voor bedrijven die hun economische activiteit uitoefenen in landelijke gebieden. Ecologisch toerisme, hernieuwbare energie of de bio-economie zijn enkele van de ontvangers van deze steun. Als we in ons artikel "Slimme steden, steden van de toekomst" hebben gesproken over hoe technologie grote steden drastisch kan moderniseren, zet het GLB zich in voor de zogenaamde "slimme steden", die ook nieuwe technologieën naar plattelandsgebieden brengen.
Het systeem van rechtstreekse steun dat het GLB de afgelopen jaren heeft toegepast, zal worden gehandhaafd, evenals de maatregelen die met de prijzen overeenkomen. Er zullen jaarlijks betalingen aan landbouwers worden gedaan en er zullen ook langetermijninvesteringsprojecten op het platteland worden gefinancierd.
Zoals we eerder hebben uitgelegd, is een van de doelstellingen van het GLB het voorkomen van ontvolking van het platteland. Daartoe zal steun worden verleend voor degenen die hun eerste installatie uitvoeren, evenals financieringsinstrumenten voor nieuwe landbouwers. Dit is een duidelijk draagvlak voor de generatievernieuwing van de agrarische sector.
Kortom, het gemeenschappelijk landbouwbeleid zal proberen een meer concurrerende primaire sector te realiseren, met geavanceerde landbouwbedrijven, maar zonder de noodzaak van duurzame ontwikkeling en de bestrijding van de gevreesde klimaatverandering uit het oog te verliezen.
Op dit moment is er dringend behoefte aan financiering voor agrarische activiteiten. Alleen op korte termijn wordt geschat dat dit tekort varieert tussen 1.600 en 4.100 miljoen euro, terwijl het tekort op lange termijn varieert van 5.500 miljoen euro tot 14.800 miljoen. Om deze reden zullen bij de financiering van de landbouw middelen van de Europese instellingen en financiering van de particuliere sector een sleutelrol spelen.