De landeigenaar is de persoon die land bezit, vooral als het gaat om grote stukken land waar meestal landbouw en/of veeteelt wordt ontwikkeld.
De landeigenaar is dan die eigenaar die uitgestrekte gronden heeft waar gewoonlijk economische activiteiten worden uitgevoerd.
Het woord landeigenaar komt van de Latijnse woorden 'terra', wat land betekent, en 'hebben', wat 'wie heeft' betekent. Het kan ook worden gebruikt als synoniem voor grootgrondbezitter.
Landeigenaren en macht
De term landeigenaar is altijd in verband gebracht met een elite of aristocratie met politieke, sociale en/of militaire macht. Om dit te begrijpen moeten we teruggaan naar de Middeleeuwen waar de feodale heer de eigenaar van het land was.
In het feodale systeem bood de verhuurder bescherming aan de bewoners van zijn latifundio. In ruil daarvoor eiste hij een deel van de productie.
Middeleeuwse landeigenaren hebben zichzelf altijd gezien als de heersende klasse die degenen die het land bewerkten uitbuitte. Zo werden sterke economische ongelijkheden gehandhaafd.
In ieder geval kan worden gezegd dat een landeigenaar tegenwoordig het equivalent is van een feodale heer. Na de industriële revolutie begon de bevoorrechte situatie van de landeigenaren echter te veranderen.
feodalismeLandeigenaren uit de moderne tijd
Met de uitvinding van de stoommachine in het Verenigd Koninkrijk in de 18e eeuw begon een proces van technologische verandering dat leidde tot de groei van steden. Deze werden relevanter als een centrum van economische activiteit.
Bijgevolg begonnen plattelandsgebieden bevolking te verliezen, dezelfde bevolking die naar de steden migreerde. Zo verloren de landeigenaren een deel van hun economische macht.
Landeigenaren en grote ongelijkheid tussen landarbeiders en hun werkgevers bleven echter bestaan, vooral in Latijns-Amerika. Het was toen dat, in het midden van de 20e eeuw, sterke sociale bewegingen ontstonden.
In de jaren zeventig was er in Peru bijvoorbeeld een landbouwhervorming waarbij grootgrondbezitters werden onteigend en landbouwgrond gaven aan de boeren die ze bewerkten.