Een aanbodschok is elke invloed op het totale aanbod, gegenereerd door bepaalde variabelen, zoals: een natuurramp, een stijging van de prijzen van inputs, productiviteit of bepaalde technologische vooruitgang.
Met betrekking tot de aanbodschok kunnen in de economie twee schokgebeurtenissen ontstaan. Zodanig dat we kunnen spreken van een positieve aanbodschok en een negatieve aanbodschok.
De aanbodschok, in tegenstelling tot de vraagschok, zorgt ervoor dat zowel de prijzen als het product variëren of in de tegenovergestelde richting bewegen.
De realiteit is dat aanbodschokken voor de economische autoriteiten moeilijker op te vangen zijn. Dit is te wijten aan het feit dat het monetaire beleid een fundamentele invloed heeft via de totale vraag. Verkeerde beleidsimplementaties kunnen dus schadelijke effecten hebben op de economie.
Reeks variabelen die een aanbodschok veroorzaken
De belangrijkste variabelen die schokken in een economie veroorzaken, zijn de volgende:
- Technologische veranderingen.
- Variaties in de prijzen van geïmporteerde inputs.
- Productiviteit.
- Veranderingen in weersomstandigheden.
- Er deden zich natuurrampen voor.
Een positieve aanbodschok zorgt ervoor dat de totale aanbodcurve naar rechts verschuift.
Als we een van de variabelen nemen, zoals technologische veranderingen, kunnen we een voorbeeld geven van een positieve aanbodschok. Laten we zeggen dat er een nieuwe machine wordt uitgevonden die als gevolg een verhoging van de productiviteit met zich meebrengt, waardoor de productiekosten worden verlaagd.
Deze gebeurtenis veroorzaakt een verschuiving van de vraagcurve naar rechts. Daarom beweegt de economie naar een nieuw evenwichtspunt, waar de productie hoger is en de prijzen lager.
Diensten aanbiedenVoorbeeld van een negatieve aanbodschok
Een negatieve aanbodschok zorgt ervoor dat de totale aanbodcurve naar links verschuift.
Als we een van de variabelen nemen, zoals een natuurramp, kunnen we een voorbeeld geven van een negatieve aanbodschok. Stel dat er een sterke aardbeving plaatsvindt in het land, waardoor het aanbod van goederen afneemt.
Dit veroorzaakt een verschuiving van de geaggregeerde aanbodcurve naar links. Daarom zullen we de economie in evenwicht hebben met lagere productie en hogere prijzen.
Voorbeeld van een positieve aanbodschok
Een positieve aanbodschok zorgt ervoor dat de totale aanbodcurve naar rechts verschuift.
Stel dat er een nieuwe technologische uitvinding is die de productiviteit verhoogt en de productiekosten verlaagt. Hierdoor zal het aanbod van goederen toenemen.
In die zin verschuift de aanbodcurve naar rechts. Dus, ceteris paribus, zullen we een evenwicht hebben met meer productie en lagere prijzen.
Verschuivingen in de vraag