De verwachtingstheorie is elke hypothese die probeert te verklaren hoe agenten hun schattingen formuleren met betrekking tot bepaalde economische variabelen.
Dat wil zeggen, dit type theorie probeert te begrijpen hoe investeerders, consumenten of bedrijven hun toekomstprognoses maken.
Een verwachtingstheorie kan dus verschillende beslissingsvariabelen als referentie nemen, zoals bijvoorbeeld historische gegevens of actuele financiële en politieke informatie.
Opgemerkt moet worden dat verwachtingen de ideeën zijn die individuen hebben opgebouwd met betrekking tot de toekomstige waarde van verschillende economische variabelen zoals inflatie, werkloosheid of inkomen.
Belangrijkste theorieën over verwachtingen
Er zijn hoofdzakelijk twee soorten theorieën over verwachtingen:
- Adaptieve verwachtingen theorie: Het gaat ervan uit dat agenten hun prognoses formuleren op basis van historische gegevens. Deze theorie werd in 1956 geïntroduceerd door Philip Cagan, die stelde dat consumenten de toekomstige inflatie schatten op basis van gegevens uit het verleden. De bijdrage van deze hypothese is dat agenten leren van hun fouten.
- Theorie van rationele verwachtingen: Individuen formuleren hun schattingen met alle beschikbare informatie als referentie. Dat wil zeggen, het is niet alleen gebaseerd op de historische gegevens van de te schatten variabele, maar ook op het gedrag van andere variabelen, en zelfs nieuws of aankondigingen die van invloed kunnen zijn op de economische of financiële sfeer. Deze ideeën werden in eerste instantie naar voren gebracht door John Muth in de vroege jaren zestig.
Opgemerkt moet worden dat er vóór de theorie van adaptieve verwachtingen de theorie van exogene verwachtingen was. Volgens dit postulaat formuleren agenten hun projecties alleen op basis van externe variabelen, die geen verband houden met de persoonlijke ervaringen van elke gebruiker. Daarom was er geen rekening gehouden met het feit dat individuen van hun fouten leren.
Een ander model dat als onbevredigend werd beschouwd, was dat van statische verwachtingen. Deze theorie stelde dat individuen alleen de huidige waarde van de variabele gebruikten om de toekomst te voorspellen. Deze benadering werd in de jaren dertig door Nicolás Kaldor gebruikt in het spinnenwebmodel dat ervan uitging dat boeren op basis van de huidige prijs bepaalden hoeveel ze moesten zaaien (waarvan de oogst in de toekomst verkocht zal worden).
Belang van verwachtingstheorie
Alle theorieën over verwachtingen zijn belangrijk omdat ze ons een andere bijdrage leveren om te begrijpen hoe agenten hun voorspellingen formuleren.
In de praktijk kan het voor economische beleidsplanning nuttig zijn om te weten hoe consumenten bijvoorbeeld inflatie projecteren. Dus als je bedenkt dat een deel van je voorspellingen gebaseerd zijn op het verleden, is het niet raadzaam om de prijzen vandaag snel te laten stijgen omdat mensen meer gaan kopen dan nodig is, in de veronderstelling dat in de toekomst alles duurder zal zijn.