De paradox van Metzler geeft de mogelijkheid aan dat een invoertarief de prijs van het geïmporteerde goed verlaagt.
Het idee van de paradox van Metzler is gebaseerd op een theoretisch idee. Dat wil zeggen dat de mogelijkheid bestaat, betekent niet dat dit in werkelijkheid ook het geval is. Metzler geeft dus aan dat het zou kunnen gebeuren.
Een van de fundamentele veronderstellingen om deze paradox mogelijk te maken, is dat het land dat het tarief op het geïmporteerde product oplegt, een groot land moet zijn met de macht om de wereldwijde vraag naar dat goed te beïnvloeden. Bovendien moet er ook aan worden voldaan dat de interne vraag naar dat goed inelastisch is. Dat wil zeggen, een aanbodcurve die niet verandert.
Verklaring van de paradox van Metzler
De intuïtieve verklaring van Metzler is gebaseerd op het feit dat een groot land met de macht om de vraag naar een bepaald product te beïnvloeden, wanneer het een tarief oplegt, een vermindering van de vraag zou kunnen veroorzaken die een prijsdaling zou veroorzaken.
Voor de uitleg gaan we de vraag- en aanbodcurves van het geïmporteerde goed gebruiken.
Volgens Metzler, als het land een tarief oplegt op de invoer van een product, zal dit uiteraard de totale vraag beïnvloeden. In theorie, door de wet van vraag en aanbod, verschuift een afname van de vraag de curve naar links, zoals we in de volgende afbeelding zien.
Aangezien de aanbodcurve zeer weinig of helemaal niet varieert (inelastisch), zorgt dit ervoor dat de totale geproduceerde hoeveelheid op peil blijft en, als de vraag daalt, dalen de prijzen. Hierdoor is de evenwichtsprijs lager. De Metzler-paradox geeft dus theoretisch aan hoe een tarief de prijs van een geïmporteerd goed zou kunnen verlagen. Het wordt een paradox genoemd omdat wanneer een tarief wordt opgelegd, de prijs van het product na het tarief altijd of bijna altijd hoger is. Dus laten we nadenken over eventuele belastingen. Belastingen zorgen er over het algemeen voor dat een product een hogere prijs op de markt heeft.
Het doel van importtarieven is om de binnenlandse industrie te beschermen tegen buitenlandse concurrentie. In dit geval kan het vanwege de prijsdaling echter schade toebrengen aan de branche die u wilt helpen.
Opmerking: Metzler legt zijn paradox uit met het Heckscher-Ohlin-model. Voor een eenvoudigere uitleg hebben we het echter uitgelegd met het eenvoudigste model.
Kritiek op de paradox van Metzler
Een van de belangrijkste punten van kritiek op de paradox van Metzler is die van de grootte van het land. Om hieraan te voldoen, moet een land voldoende stroom hebben, zodat de vermindering van zijn consumptie het wereldtotaal beïnvloedt.
In die zin zou een klein land, op basis van het Metzler-criterium, een prijsstijging van een bepaald product kunnen veroorzaken als het een tarief oplegt. Daarom is het zo belangrijk om aan te geven dat dit ten eerste alleen van toepassing zou zijn op zeer grote en machtige landen en ten tweede dat het effect anders omgekeerd zou zijn.
Bovendien hebben sommige economen kritiek geuit op deze paradox omdat deze gebaseerd is op een zeer basale veronderstelling. Het houdt geen rekening met de factoren die veranderingen in vraag en aanbod beïnvloeden. Het gaat ervan uit dat al het andere constant blijft (ceteris paribus). In de wereldeconomie is het echter praktisch onmogelijk dat wanneer een variabele wordt beïnvloed, deze niet direct andere variabelen beïnvloedt. Bovendien is het moeilijk om industrieën te vinden waarvan de aanbodcurve (paradoxaanname) volkomen inelastisch of zeer inelastisch is.